fredinaustralie.reismee.nl

Melbourne (deel 1)

Datum: 26 november 2015
Plaats: Melbourne
Het weer: van alles
Totaal gevlogen: 19.200 km
Totaal gereden: 6.882 km
Totaal aantal keren de ruitenwisser aangezet in plaats van de richtingaanwijzer: ik ben de tel kwijtgeraakt

Ballarat, dinsdagochtend 24 november, even na tien uur: de laatste echte etappe van mijn campertrip door Australië begint. Een ritje van een goed uur. Op een kilometer of 60 afstand is in de verte de skyline van Melbourne al te zien. MELBOURNE !!!! De Australiërs spreken het uit als “Melbuhn”. Al toen ik in Cairns was hoorde ik van iemand dat het een stad is waar het qua weer alle kanten op kan. En inderdaad:

  • dinsdag: volop zon en 27 graden
  • woensdag: bewolkt, 34 graden en een keiharde wind (kracht 6, met uitschieters die nog harder zijn)
  • donderdag: licht bewolkt en 17 graden

Op die dinsdagochtend zet ik mijn bus neer op de camping Ashley Gardens Holiday Village, in een buitenwijk aan de westkant van de stad. Een uurtje later zit ik in de stadsbus naar het centrum van de stad en stap ik uit bij een halte op een brug over de Yarra River, die dwars door downtown Melbourne stroomt. En daar valt me meteen al een verschil met Sydney op. Ook hier rijden veel auto's, maar fietsers en voetgangers hebben hier veel meer de ruimte dan in autostad Sydney. Nog mooier hier is dat het openbaar vervoer in het centrum van Melbourne gratis is.

Via “Southbank”, het zakencentrum van de stad op de zuidelijke oever van de Yarra River, loop ik naar Federation Square. Ook hier zie je weer, net als in Brisbane en Sydney, die unieke mix van oude en nieuwe gebouwen naast elkaar. Moderne kunst op de Southbank, met op de achtergrond oude gebouwen als Flinders Street Station (gebouwd in 1900) en Saint Pauls Cathedral (gebouwd in 1891) tussen blinkende wolkenkrabbers. De gebouwen op Federation Square zelf zijn met hun hoekige design wel het toppunt van moderne architectuur. En Federation Square (kortweg Fed-Square) is echt het centrale ontmoetingspunt van de stad, met gratis live muziek op een podium, gratis museums rond het plein, gratis WIFI op het hele plein en met, niet te vergeten, een grote kerstboom van LEGO. Dat laatste blijft nog steeds een vreemde gewaarwording. Het is volop zomers weer, terwijl het over een maand toch echt Kerstmis is.

Flinders Street Station

Fed-Square en Saint Pauls Cathedral

Van Fed-Square loop ik via het Arts Centre (met de bijzondere, spitse toren van metaal) en de groene Queen Victoria Gardens naar de Eureka Tower. Met 297 meter hoog is dit het op één na hoogste gebouw van Australië. Alleen een wolkenkrabber in Surfers Paradise is met 322 meter een stuk hoger, maar die speelt vals omdat daarin een spits van meer dan 50 meter lang is meegeteld. Als je die spits niet meetelt is de Eureka Tower niet alleen het hoogste gebouw van Australië, maar ook het hoogste gebouw van het zuidelijk halfrond.

De Eureka Tower

Op de begane grond stap ik in lift die binnen 45 seconden naar de 88ste verdieping zoeft. Daar, op 282 meter hoogte, vind je het observation deck van de Eureka Tower. Het is super mooi weer, dus het uitzicht is fantastisch. De hele 88ste verdieping hoort bij het observation deck, dus je kunt rondom kijken. Het grootste deel is achter glas, maar op een klein stuk is aan de buitenzijde van het gebouw een balkon gemaakt. Wel een beetje winderig daar, zo hoog boven de grond, maar veel beter om mooie foto's te maken. Een ander onderdeel van de beleving op het observation deck is “The Edge”: een glazen kubus waar je in kunt staan en dat vervolgens een meter of drie het gebouw uit schuift. De vloer bestaat eerst uit matglas, maar vanaf het moment dat de kubus het verst uit de toren geschoven is, klinkt er uit de speakers heel hard het geluid van brekend glas, en verandert het matglas onder je voeten in helder glas. Ach ja, een toerist moet ook vermaakt worden.... Maar goed, vervolgens kun je in de kubus een paar minuten alle kanten op kijken. Dus ook 282 meter recht naar beneden. Wel leuk, maar die hele show eromheen met het geluid van rinkelend glas en het laten maken van professionele foto's (die je later bij de uitgang voor grof geld kunt kopen) maken het dan weer een overdreven toeristische bedoening. Ik heb er ieder geval al wel een armbandje met de tekst “I survived The Edge” mee verdiend... Maar alles bij elkaar heb ik me wel vermaakt in de Eureka Tower. Ik ben dik twee uur boven geweest.

Eén van de leukere selfies, 282 meter hoog

Albert Park, met rond het meer het Formule 1 circuit van Melbourne. Daarachter het kustplaatsje St Kilda

Downtown Melbourne, met in het midden Federation Square en linksonder Flinders Street Station. Rechts in het blauw de tennisvelden van de Australian Open

Government House

Vanaf het observation deck van de Eureka Tower had ik al gezien dat er langs de oever van de Yarra, achter Fed-Square, een festival aan de gang is. Vanaf de grote hoogte waren de podia en feesttenten goed te zien. Dus eenmaal terug op de begane grond ga ik die kant op. Daar aangekomen blijkt het te gaan om een food festival. Dat komt mooi uit, want het is zo langzamerhand etenstijd. De geuren van oosterse kruiden, Italiaanse pasta's en Zuid-Amerikaanse lappen vlees op de grill, komen je van alle kanten tegemoet. Er heerst een gezellige drukte. Het lijkt wel of half Melbourne in de rij staat bij de tenten en foodtrucks.

Op een gegeven moment kom ik langs een foodtruck met Indonesische gerechten. Jaaah! Een bak nasi met babi pangang of iets dergelijks. Dáár heb ik zin in. Dat heb ik meer dan al 6 weken niet meer gegeten. Eenmaal aan de beurt wijs ik de “beef dish” aan en vertel tegelijk dat ik graag de daging sapi wil. Ik zie de verbazing in de ogen van het Aziatische meisje in de foodtruck. Ik ben blijkbaar de eerste klant die het Indonesische woord voor rundvlees kent.

De volgende dag, woensdag, is in alle opzichten een rare dag. Zoals ik eerder al zei vooral qua weer. Het is bewolkt, maar vies benauwd warm en er staat een keiharde wind. En het is een rare dag omdat het de laatste volledige dag is dat ik de camper heb. De dag staat dus in het teken van schoonmaken, de was doen en opruimen.

Dat opruimen is wel iets aparts. Aan het begin van de campertrip in Cairns heb ik allerlei spullen gekocht die ik nodig had of misschien nodig zou hebben, maar die ik niet vanuit Nederland kon meenemen: busjes met peper / zout / kruiden / koffie / suiker, een jerry-can voor extra benzine, een bus motorolie, plastic bakjes om kleine losse spulletjes in op te bergen of om left-overs van eten in te bewaren, een snorkel-set, een fles wasmiddel, enzovoorts. Je kan het zo gek niet bedenken, of je moet het kopen aan het begin van zo'n trip.

Maar aan het eind van zo'n trip moet je er ook weer van af, want meenemen naar huis is geen optie. En dan is een camping in een grote stad als Melbourne natuurlijk typisch zo'n plek waar toeristen die van ver komen, aan hun campertrip beginnen of hun campertrip beëindigen. Je begrijpt het: er wordt flink geruild en weggegeven. Dus nog geen 10 minuten nadat ik mijn jerry-can voor benzine en busje motorolie heb weggegeven aan mijn buren, komt er een Duits stelletje bij mij langs met de vraag of ik iets zie in hun fles koelvloeistof, want ze gaan morgen naar huis en kunnen het niet meenemen. Ik vertel ze dat het ook mijn laatste dag met de camper is, maar dat mijn buren misschien wel interesse hebben.

En zo gaat het ook met de rest van de spullen. Nadat ik mijn laatste wasje in de wasmachine heb gedaan, laat ik de fles wasmiddel achter in het washok. En de snorkel-set, de plastic bakjes, de busjes met peper / zout / kruiden / koffie / suiker, en andere etenswaren die ik over heb, laat ik (zoals anderen voor mij ook al gedaan hebben) achter in de camp-kitchen. Mét een briefje erbij waarop ik heb geschreven dat ik het niet mee naar huis kan nemen en dat iedereen ervan kan gebruiken wat hij of zij wil. Later op de middag zie ik een Australische jongen van een jaar of 12 met mijn snorkel-set voorbij rennen: “Mom, look what I found in the camp-kitchen!! The note on it says I may take it!!” Aan de oude auto en oude tent te zien, heeft de familie van de jongen het niet zo breed, dus fijn om te zien dat de jongen zo blij is met de snorkel-set. Het maakt mij ook blij.

Aan het eind van de middag is mijn camper schoongemaakt en opgeruimd en is mijn wasgoed alweer droog. Ideaal daarvoor, die 34 graden en windkracht 6! Dus ook mijn kleren kan ik meteen in mijn rugzak doen. Daarna ga ik met de camper weer Melbourne in, richting de pier bij het strand van St. Kilda. Ik heb gelezen dat daar elke avond kleine pinguins aan land komen om te nestelen in holletjes in de pier. De rit ernaartoe plan ik via een leuke tussenstop: het Formule 1 circuit van Melbourne. Dat is normaal een openbare weg in het Albert Park, gelegen tussen downtown Melbourne en St. Kilda. En ik kan natuurlijk niet naar huis zonder dat ik met de camper een rondje over het circuit heb gereden. Een foto van mijn camper bij de finish-lijn van het circuit is de symbolische finish van mijn campertrip langs de Australische oostkust. Bijna 7.000 kilometer in 6 weken. Ongelooflijk!

Even later ben ik aan het strand van St. Kilda, maar dat is geen doen. Die windkracht 6 zorgt ervoor dat ik na een paar minuten al het halve strand in mijn haren en oren heb. Ik laat de pinguins maar voor wat ze zijn. Terug naar de camping en een restaurantje zoeken om wat te eten.

Donderdagochtend. Ik moet de camper om 14:00 uur inleveren, dus ik heb nog even de tijd. Laatste spullen inpakken en daarna rij ik de camping af. Nog één bestemming heb ik gepland: Organ Pipes National Park, gelegen op pakweg een kwartier rijden ten westen van het depot waar ik de camper moet inleveren. Een klein en onbekend nationaal park, maar zeker de moeite waard. Prachtige zuilen van gestold bazalt, die inderdaad lijken op orgelpijpen. Ik loop er een uurtje rond. Daarna start ik voor de laatste keer mijn campertje om hem te gaan inleveren. En toeval of niet, precies als ik de allerlaatste kilometers richting het camperverhuurbedrijf rij, draait de shuffle van mijn i-pod 'Good Riddance' van Green Day. “I hope you had the time of your life”, zingt de zanger. Dat heb ik absoluut gehad!!! Het waren zes geweldige weken!

Eenmaal op het depot van de camperverhuurder is het papierwerk gauw geregeld. Alles is in orde. En dat was het dan... De campertrip is voorbij... Het voelt raar om de camper niet meer te hebben. Ondanks het feit dat je het campertje bijna elke avond in een andere plaats parkeert, is het in die zes weken tijd toch je eigen vertrouwde stekje geworden, waar alle spullen die je bij je hebt een eigen plekje hebben gekregen. En dan ineens heb je dat vertrouwde stekje niet meer en sta je, met al je spullen verdeeld over drie rugzakken en wat losse plastic tasjes, langs de kant van de weg te wachten op een taxi die je naar een hotel moet brengen.

Daarom ook ben ik nu blij dat dit ook niet meteen het einde van de vakantie is, maar dat ik nog een klein weekje in de woestijn rond Alice Springs en aansluitend een paar dagen in Melbourne in het vooruitzicht heb. Als ik dat niet zou hebben, zou het helemaal een grote overgang zijn: na zes weken je vertrouwde camper inleveren en dan bijna linea recta naar het vliegveld gaan om naar huis te vliegen. Blij dus dat ik nog een week lang een soort tweede vakantie heb, voordat ik naar huis ga.

Maar nu eerst nog een avondje Melbourne. Mijn hotel ligt aan de rand van het centrum van de stad. In mijn hotelkamer begin ik met het herverdelen van de inhoud van mijn rugzakken, want tijdens de tour rond Alice Springs mag ik maar een beperkt aantal kilo's bagage meenemen. De bagage die ik niet mee kan nemen mag ik achterlaten in het hotel, want na het weekje Alice Springs kom ik weer terug in dit hotel.

Vervolgens ga ik de stad weer in. Eerst langs een ouder deel van de stad, waar ook weer huizen staan met mooie gietijzeren balustrades, net als in Sydney. En die mix van oude en nieuwe gebouwen blijf ik ook bijzonder vinden. Op steenworp afstand van bijvoorbeeld het oude badhuis (uit 1903) en het Royal Exhibiton Building (uit 1880), vind je moderne flatgebouwen van nog geen twee jaar oud. Het mooiste voorbeeld daarvan is de William Barak Building. De apart vormgegeven balkons van het 85 meter hoge gebouw vormen samen het gezicht van de invloedrijke Aboriginal William Barak. Een heel mooi staaltje moderne architectuur.

Het oude badhuis

Royal Exhibition Building

Het William Barak Building

Dan is het zo langzamerhand wel weer etenstijd. Veel Melburnians zijn van Griekse afkomst, dus een Grieks restaurantje is gauw gevonden. Daarna bijtijds terug naar het hotel om te gaan slapen, want morgenochtend moet ik vroeg richting Melbourne Tullamarine Airport voor mijn vlucht naar Alice Springs.

Reacties

Reacties

oma kramer.

Bedankt voor alle prachtige foto's,en de mooie reis verslagen.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!