fredinaustralie.reismee.nl

Alice Springs

Het is alweer meer dan twee jaar geleden dat ik een fantastische reis door Australië maakte, maar mijn belevenissen in de laatste week heb ik nog niet eerder op mijn weblog kunnen plaatsen. Hier het één na laatste verhaal, waarvan ik grote stukken tekst al heb geschreven toen ik in het vliegtuig terug naar huis zat:

Datum: 2 december 2015
Plaats: Alice Springs
Het weer: overdag zonnig en 35-40 graden, sommige avonden flinke onweersbuien
Totaal gevlogen: 21.100 km
Totaal gereden: 8.650 km (circa 6.900 km zelf met de camper en circa 1.750 km met de tour-bus rond Alice Springs)

Op vrijdagochtend vlieg ik van Melbourne naar Alice Springs in de deelstaat Northern Territory, bijna 1.900 km vliegen. Onderweg is er mooi weer en is er een super uitzicht over de kronkelende Murray River en over de 100x100 km grote zoutvlakte van het drooggevallen meer “Lake Eyre”. Tegen 11 uur locale tijd land ik op het vliegveld van “The Alice”, en pakweg een uur later sta ik al in mijn hotelkamer.

The Murray River

Lake Eyre

's Middags ga ik het centrum van Alice Springs in, en daar zie ik al gauw datgene waar ik in de reisgidsen over gelezen heb: de uitzichtloze situatie waarin veel Aboriginals in Alice Springs leven. Ze worden door veel mensen nog steeds als derderangs burgers gezien, en de werkloosheid onder de Aboriginals is heel groot. Ze hangen rond in het centrum, zitten met hele groepen onder bomen in de schaduw te niksen en sommigen liggen er echt laveloos bij. Vooral alcohol-misbruik is onder de werkloze Aboriginals een groot probleem. Om dat zoveel mogelijk tegen te gaan, is het in grote delen van de stad verboden om openlijk alcohol bij je te hebben. En bij alle slijterijen staat minstens Ă©Ă©n beveiliger of politie-agent.

De Aboriginals zien er ook heel ongezond uit. Dat komt omdat hun lichamen helemaal niet tegen alcohol en tegen ons westerse eten kunnen. De vetten en suikers die in ons eten zitten, worden door de lichamen van de Aboriginals heel slecht verwerkt. Maar omdat hun financiële situatie zo slecht is, eten ze nu juist vaak het eten dat veruit het slechtst voor hen is: goedkoop voer van de McDonalds.

De weg in Alice Springs kruist de Todd-river, die 's zomers droog staat. In de natte periode kun je hiermee checken hoeveel water er op de weg staat.

Daarna ga ik naar het museum van de Flying Doctors (de echte, niet die van de TV-serie). Ik ben de enige bezoeker, dus krijg ik een persoonlijke rondleiding door het museum. Vooral een bijna half uur durende 3D-film met hologrammen, over de historie van de Flying Doctors, is ontzettend mooi gemaakt. Je zit in een bioscoopzaaltje en het is Ă©cht net alsof er iemand voor je op het podium staat om zijn verhaal te vertellen. Heel mooi, zo'n presentatie met een hologram.

Ja, ik ben echt ver van huis :)

Vervolgens beklim ik ANZAC Hill, een heuvel van waar je een mooi uitzicht over de stad en de omliggende bergruggen hebt.
ANZAC... Je komt het in elke stad of dorp tegen: ANZAC Square, ANZAC Bridge, ANZAC Monument, ANZAC Memorial Park, ANZAC Road en hier dus ANZAC Hill. ANZAC, ofwel het Australian and New Zealand Army Corps. Tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog vochten de Australische en Nieuw-Zeelandse legers gezamenlijk onder Brits commando als het ANZAC leger.

In de Tweede Wereldoorlog is Australië daadwerkelijk aangevallen, tijdens een bombardement op de stad Darwin en toen er Japanse onderzeeboten opdoken in Sydney Harbour. In de Eerste Wereldoorlog is Australië niet aangevallen. Maar ik heb de indruk dat WW 1 hier, net als in Frankrijk, meer impact heeft gehad dan WW 2. WW 1 is nu ook heel actueel, want het is in 2015 exact 100 jaar geleden dat de Slag om Gallipoli plaatsvond. Een slag waarbij meer dan een half miljoen soldaten zijn omgekomen, waaronder veel Australische en Nieuw-Zeelandse soldaten. De verschrikkingen van die slag zijn misschien wel het beste verwoord in één van Australië's bekendste songs: “And the band played Waltzing Mathilda”: https://www.youtube.com/watch?v=rUwDHNJlJ2I

Oorlogsmonument op ANZAC Hill

Uitzicht over "The Alice"

Maar terug naar Alice Springs in 2015. Op zaterdagochtend word ik om 06:00 uur opgehaald door de bus en begint mijn vierdaagse tour langs allerlei bezienswaardige plekken in “The Red Centre”, de gloeiend hete, roodgekleurde rotswoestijn in het hart van Australië ten westen van Alice Springs. De route is als volgt:

  • zaterdag 28 nov: Alice Springs – Yulara – Kata-Tjuta – Uluru – Yulara, 590 km
  • zondag 29 nov: Yulara – Uluru – Yulara – Mount Conner – Kings Canyon, 360 km
  • maandag 30 nov: Kings Canyon – Alice Springs, 490 km
  • dinsdag 1 dec: Alice Springs – Simpsons Gap – Ormiston Gorge – Glen Helen Gorge – Ellery Creek Big Hole – Alice Springs, 310 km

Onze gids gedurende de vier dagen is Debora, een Italiaanse van achter in de veertig. Ze heeft antropologie en kunstgeschiedenis gestudeerd, en raakte tijdens een vakantie in Australië zó gefascineerd door de kunst en cultuur van de Aboriginals, dat ze besloot om naar Australië te verhuizen. Ze woont nu al 16 jaar in Australië, waarvan de laatste 11 in Alice Springs. Het werk als gids doet ze hier ook al een jaar of 10. Dit keer heeft ze een groep van 19 mensen:

  • Gerhard uit Duitsland is achter in de twintig en is afgestudeerd wiskundige. Nu doet hij promotie-onderzoek op de universiteit van Sydney. De vrije tijd gebruikt hij uiteraard om iets van het land te zien. Direct na de trip rond Alice Springs reist hij door naar Adelaide, waar hij op een congres een presentatie moet houden. Met Gerhard kan ik het goed vinden. We hebben wel een beetje dezelfde humor.
  • Daniel en Steffie zijn ook Duitsers en zijn een jaar of 20 / 25. Daniel is voor de derde keer in AustraliĂ«. Zijn vriendin Steffie is nu voor de eerste keer mee.
  • Solveig van midden dertig komt uit Zweden en werkte daar vijf jaar als kleuterjuf. Daarna besloot ze dat ze iets anders wilde, en vertrok ze naar Nieuw-Zeeland waar ze twee jaren heeft gewoond, gewerkt en gereisd. Nu reist ze een jaar door AustraliĂ«. Ze weet nog niet of ze daarna teruggaat naar Zweden of dat ze in AustraliĂ« of Nieuw-Zeeland wil blijven.
  • Amjad en Wendy zijn een Brits echtpaar van eind vijftig / begin zestig. Ze zijn in AustraliĂ« voor een “business reunion” van Amjad's werk, en combineren dat met bezoekjes aan vrienden en met tripjes zoals deze rond Alice Springs.
  • Cindy uit het Franse Duinkerken is begin twintig en reist samen met haar ouders. Ze werkt al anderhalf jaar als au-pair bij een familie in Sydney, en nu zijn haar ouders overgekomen voor een vakantie samen met haar. Pa en ma spreken nauwelijks een woordje over de grens. Maar Cindy spreekt en verstaat juist ontzettend goed Engels en vertaalt alles wat de gids vertelt en alle grappen die worden gemaakt razendsnel in het Frans.
  • En verder reizen er nog een Duits stelletje van begin dertig mee, drie Zwitserse vriendinnen van een jaar of twintig, een ouder echtpaar uit Zweden en een bejaard echtpaar uit IsraĂ«l. En natuurlijk ook een Nederlander, niet te vergeten.

Dag 1 van de trip betekent vooral rijden, en begint met een 500 km lange rit van Alice Springs naar Yulara. Na tussenstops bij een kamelen-farm en een roadhouse, komen we er pas rond 13:30 aan. Yulara is een dorpje midden in de woestijn. Maar je vindt er van alles: een politiebureau, een supermarkt, een electriciteitscentrale, een brandweerkazerne, een dokterspost, een rioolzuivering, een tankstation. Yulara is een dorpje dat speciaal voor de toeristen is gebouwd, want verder vind je er vooral hotels in alle prijsklassen, bungalowparken, hostels en campings. Yulara heeft zelfs een eigen luchthaven, waar tijdens het hoogtepunt van het toeristenseizoen (in de Australische winter) dagelijks meer vliegtuigen landen dan op de luchthaven van Alice Springs. Bij de luchthaven pikken we de laatste reisgenoten op: het Duitse stelletje en de drie Zwitserse vriendinnen.

Maar waarom dan zo'n toeristen-dorp met luchthaven in de middle of nowhere? Omdat hier vlakbij twee vreemde, rode rotsen uit de grond steken: Uluru (ook wel bekend als Ayers Rock) en Kata-Tjuta (ook wel bekend als The Olgas). Kata-Tjuta en Uluru liggen voor Australische begrippen vlakbij Alice Springs. Maar dat is dus nog steeds 500 km rijden.

Een uurtje later zijn we bij Kata-Tjuta, een formatie van 30 rotsen in een gebied van 4x6 km groot. Daar stappen we uit voor een wandeling in een kloof tussen de rotsen. De hiking trail door de beroemde “Valley Of The Winds” is in de zomerperiode afgesloten omdat het dan te warm is, dus wij moeten het doen met een andere, kortere hiking trail door “Walpa Gorge”. Maar dat is niet minder leuk. Het is bijzonder om zo dichtbij deze, uit conglomeraat bestaande, rotsen te zijn.

Ook vanaf grotere afstand is Kata-Tjuta fantastisch om te zien. Bij de laatste van de twee “viewing areas”, waar we tussenstopjes maken, zou ik eigenlijk langer willen blijven maar we moeten verder om het hoogtepunt van de dag niet te missen: zonsondergang bij Uluru.

Rond 18:00 uur zijn we bij de “Uluru Sunset Viewing Area”. Uit het laadruim van de bus haalt Debora een tafel en een kist met wijn, glazen en hapjes tevoorschijn. Met een wijntje en toastje in de hand kijken we naar Uluru en maken we wat praatjes met elkaar. Iedereen heeft zo zijn of haar eigen verhaal. De ene is net als ik al lang onderweg in Australië, de andere begint net pas aan de reis door het land. Leuk om ervaringen uit te wisselen met de reisgenoten die ook al veel van Australië gezien hebben, en leuk om tips te geven aan de nieuwelingen. Ondertussen arriveert de ene touringcar na de andere. En uit al die bussen komen, naast hordes toeristen, ook tafels en kisten vol bubbeltjeswijn en hapjes tevoorschijn. Dat maakt het dan op zich weer een overdreven toeristische bedoening, vind ik. Aan de andere kant is de zonsondergang bij Uluru wel een bijzonder moment dat je niet wil missen. Een wijntje en hapje erbij maken het dan wel helemaal af. Maar toch, als het hier nu in de zomer al zó druk is, hoe stampvol moet het hier dan staan tijdens het hoogtepunt van het toeristenseizoen in de winter?

Na de schitterende zonsondergang rijden we naar de campground bij Yulara, waar de tenten en het eten voor ons klaarstaan. Na het eten zit ik nog tot laat in de avond aan het bier met Gerhard en Daniel en Julia, de Vlaamse medewerkster van de campground die ons avondeten heeft verzorgd. Gezellig, maar het wordt wel een kort nachtje want....

Om 04:00 uur gaat alweer de wekker! Een klein half uurtje later schuif ik aan bij het ontbijt en daarna gauw de bus in om weer naar Uluru te rijden. We gaan bij zonsopgang de “Base Walk”-wandeling doen rondom de voet van Uluru. En zonsopgang is rond 05:40 uur. Voor die tijd zijn we al aan de wandeling begonnen. Bordjes langs de route geven aan waar wel of niet gefotografeerd mag worden. Uluru als geheel is een heilige berg voor de Aboriginals, en sommige delen zijn extra heilig, zodat daar niet gefotografeerd mag worden. Na pakweg een half uur lopen komt de zon op en dat is echt fantastisch. Elke minuut lijkt de rots van kleur te veranderen. De knal-oranje kleur van de rots met de knalblauwe lucht geven een mooi contrast. Een geweldige ervaring! Ik weet niet waarom, maar het doet iets met je, als je bij ochtendzon zo dichtbij die bijzondere rots loopt. En als dat nog niet genoeg is, zien we van dichtbij nog een stekelige “thorny devil”, één van de vreemdste dieren van Australië.

Na 2,5 uur lopen en 350 foto's verder, zijn we bij een tussenpunt van de wandeling, ter hoogte van de start van de “Hillclimb”. De route naar de top van Uluru is vanwege de hitte afgesloten. Maar dat geeft niet, want de Aboriginals willen sowieso niet dat hun heilige berg beklommen wordt. “Wij gaan toch ook niet jullie kathedralen beklimmen”, is hun antwoord als hen gevraagd wordt waarom Aboriginals niet willen dat toeristen Uluru beklimmen.

We vervolgen de wandeling langs de voet van Uluru onder begeleiding van de gids Vince, een Aboriginal-elder. Hij neemt ons mee naar een stukje Uluru waar tientallen rotsschilderingen van honderden jaren oud te zien zijn. De rotsschilderingen zijn het “schoolbord”, waarmee de grootvaders hun kleinzonen leerden hoe ze moeten jagen. Wijsheden en levenslessen worden bij Aboriginals doorgegeven van opa op kleinzoon of oma op kleindochter, en niet van vader op zoon of moeder op dochter. Vince is zelf kunstenaar, en hij tekent in het zand een landkaart in Aboriginal-stijl, waarmee hij het scheppingsverhaal volgens de Aboriginals uitlegt.

Dan ineens gaat Ă©Ă©n van de drie Zwitserse meisjes van haar stokje. Debora vermoedt meteen dat ze te weinig gedronken heeft. Al sinds het begin van de trip in Alice Springs hamert ze erop dat iedereen voldoende water moet drinken en een fles van minstens 1,5 liter water bij zich moet hebben. De droogte en hitte in de woestijn zijn de grootste vijanden van de mens, en je moet minimaal 0,4 liter water per uur drinken om te voorkomen dat je uitdroogt.

Terwijl wij een uurtje de tijd hebben om rond te neuzen in het bezoekerscentrum van Uluru-Kata-Tjuta National Park, brengt Debora het Zwitserse meisje naar de medische post in Yulara. Daar luidt de diagnose inderdaad “dehydration”. De jetlag en het plotselinge temperatuurverschil werden haar te veel. Een paar dagen geleden nog was ze in de Zwitserse bergen, waar het 's nachts al gevroren had en nu is ze aan de andere kant van de wereld in een woestijn met 40 graden boven nul. En doordat ze zich daardoor niet helemaal goed voelde, had ze niet gedaan wat ze juist wél had moeten doen: veel water drinken. Ze krijgt het advies om het een paar dagen rustig aan te doen. Debora regelt voor haar en haar twee vriendinnen een lift naar een hostel in Alice Springs met een toerbus van de concurrent. Daar kunnen de drie meiden een paar dagen bijkomen.

Wij beginnen aan de rit naar Kings Canyon Resort. Het is nog maar 11:00 uur, maar omdat we al zo vroeg aan de wandeling begonnen, voelt het alsof we er al een hele dag hebben opzitten. Onderweg stoppen we bij Mount Conner, een berg die nogal eens wordt aangezien voor Uluru. De rest van de rit naar Kings Canyon duurt nog dik 3 uur, dus dan gaan bij iedereen de oogjes dicht om het slaaptekort wat in te halen. Eenmaal aangekomen op de camping van het resort, staan de tenten met opgemaakte bedden en een grote gedekte tafel met een pan lekker eten al klaar. De ligging van de campground is geweldig, op een afgelegen deel van het resort onderaan een hoge rotswand. Het is er muisstil en pikdonker, totdat het heftig gaat onweren. Goede reden om vroeg te gaan slapen.

Mount Conner

We zijn echt midden in "The Red Centre"

Campground in Kings Canyon Resort

De volgende ochtend staan we weer om 04:00 uur op. Op zich valt dat mee want mijn biologische klok staat nog steeds ingesteld op Sydney-Melbourne-tijd, 05:30 uur, en dat is toch iets minder vroeg. We staan zo vroeg op om voor dag en dauw (voor zover daarvan sprake is in de gortdroge woestijn) te beginnen met de hike door Kings Canyon in het Watarrka National Park.

Het is nog nauwelijks licht als we aan de klim van “Heart Attack Hill” beginnen. Heart Attack Hill is, vlakbij het vertrekpunt van de wandeling, de eerste klim van de route die richting Kings Canyon leidt. De klim, met 500 traptreden, is zo steil dat het hart van menig toerist het tijdens die klim begaf. Koud is het niet. Zo vroeg in de ochtend ligt de temperatuur nog steeds ruim boven de 20 graden, en dat zal gauw stijgen. Dan begrijp je meteen waarom het slim is om zo vroeg aan een hike te beginnen. Rond half zeven steekt de zon boven de heuveltoppen in de verte uit, en nog geen 10 minuten later loop je alweer te zweten, en heb je voor de rest van de dag weer een abonnement op je waterfles.

De hiking trail die we lopen is de “Rim Walk”, bovenaan de rand van de kloof richting de “Garden Of Eden”. Het eerste deel van de hike gaat over het plateau, dat bestaat uit knal-oranje zandstenen rotsen. Eén van de rotsformaties heeft iets weg van een schildpad.

De Schildpad

Na een uurtje lopen zijn, als je over de rand naar beneden kijkt, onderin de kloof een riviertje en talloze groene bomen en planten te zien. Het is de “Garden Of Eden”, letterlijk en figuurlijk een oase van rust. In het verleden was dit één van de weinige plekken in de omgeving waar drinkwater vandaan gehaald kon worden. Vandaar dat de Aboriginals niet in het water zwommen en de toeristen ook nu vragen om er niet te gaan zwemmen. “Splash your face to cool off, that's ok, but do not swim”, staat er op het bord in de kloof. We houden er een half uurtje pauze, en daarna klimmen we aan de andere kant de kloof weer uit om via de zuidkant van de Kings Canyon terug te lopen richting het beginpunt van de hike. De zon staat al weer een flink stuk hoger, en in het volle licht is het uitzicht over de canyon geweldig. Maar het is wel bloedheet! En had ik het al gehad over de vliegen???

De "Garden Of Eden"

Na de hike door Kings Canyon gaan we terug naar het resort, waar we een paar uur de tijd hebben om te zwemmen en te relaxen. De zon schijnt volop en het is alweer dik boven de 30 graden. Dat voelt als een warme middag in de zomer, maar als ik op mijn horloge kijk zie ik dat het echt nog maar 09:30 's ochtends is. Een duik in het zwembad is dan heerlijk.
Op het terrein van het resort lopen ook dingo's rond, de beruchte wilde honden. Die had ik nog niet eerder gezien. Dus na krokodillen, kangaroos, dolfijnen, koala's, wombats, skinks, gekko's, wallabies, possums, flying foxes, treesnakes, zeeschildpadden, mantaroggen, water dragons, thorny devils, varanen, emoes, cassowaries, kookaburra's, kaketoes, kingfishers, rainbow lorikeets, crimson rosella's, scrub turkeys en tientallen andere vogelsoorten, kan ik nu ook dingo's op het lijstje “dieren in het wild gezien” aanvinken. Wát een lange lijst is het geworden. Dat blijf ik fantastisch vinden in dit prachtige land, dat je er zo veel bijzondere dieren in het wild kunt tegenkomen.
Dan om een uur of 12, wat door het vroege opstaan alweer voelt als eind van de middag, stappen we in de bus voor een rit van 5 uur terug naar Alice Springs. Daar ga ik met Gerhard, Daniel en Steffie de stad in om te eten en daarna nog wat te drinken. Buiten onweert en regent het weer flink.

Dinsdag, de vierde en laatste dag van de trip. De groep is flink uitgedund want de meeste mensen deden alleen de driedaagse versie van de tour. De drie Zwitserse vriendinnen zijn er wel weer bij. Met zijn tienen bezoeken we op deze dag de bergrug “West MacDonnell Ranges”, kortweg de “WestMacs”. Deze bergrug loopt van oost naar west, terwijl de rivieren Todd River en Finke River en hun zijtakken (o.a. Ormiston Creek en Ellery Creek) van noord naar zuid stromen. Op meerdere plekken zijn de rivieren en kreken door de bergrug gebroken, en zijn daar smalle kloven ontstaan. De bekendste daarvan is de kloof in de Todd River, op een plek die ideaal gelegen was voor een telegraaf-verbinding tussen Adelaide in het zuiden van Australië en Darwin in het noorden. Bij die kloof ontstond de stad Alice Springs. Wij gaan meerdere van zulke kloven ten westen van de stad bezoeken: Simpsons Gap, Ormiston Gorge, Glen Helen Gorge en Ellery Creek Big Hole.

We beginnen bij Simpsons Gap, een half uurtje rijden vanuit Alice Springs. Het is één van de weinige plekken waar de “black-flanked rock-wallaby” leeft. We zien er inderdaad een paar zitten. Daarna rijden we door naar de Ochre Pits. Het is een soort zandsteengroeve waar de Aboriginals al sinds mensenheugenis geel gekleurd zand winnen om te gebruiken als verf voor hun lichaamsbeschilderingen en rotstekeningen. De gele oker was belangrijke handelswaar voor de Aboriginals. Uit onderzoek is gebleken dat in eeuwenoude rotstekeningen in alle uithoeken van Australië, oker uit deze groeve is gebruikt.

Simpsons Gap

Na het bezoekje aan de Ochre Pits moeten een aantal mensen, waaronder ik, naar het toilet. En zo'n toilet is in een afgelegen gebied als waar we nu zijn over het algemeen niet meer dan een septic tank met een wc-pot erbovenop in een houten hokje. Toen ik weer uit dat hokje kwam stelden degenen die voor me waren meteen de vraag: “Did you see it?” Ja, ik had het ook gezien: de redback spider, die aan de achterkant van de wc-pot in haar web zat. Dus ook de roodrugspin, het Australische nichtje van de zwarte weduwe, kan ik op mijn lijstje met in het wild gespotte dieren aanvinken.

Een half uur later zijn we in Ormiston Gorge. Een bijzonder gebied, want hoewel we in “The Red Centre” zijn, is het hier bijzonder groen. En het heeft een bijzondere geologische geschiedenis. Miljoenen jaren geleden is een zandsteenlaag in twee stukken gebroken, waarna het ene stuk bovenop het andere stuk geschoven is. Met wat uitleg op een informatiebord, kun je in het landschap goed zien waar het grensvlak tussen die twee lagen zandsteen ligt. We lopen er een hiking trail van een paar kilometer lang. Heen over de rotsen en terug door de, grotendeels drooggevallen, rivierbedding. Onderweg vertelt Debora honderduit over de flora en fauna van het gebied. Veel weetjes heeft ze van Aboriginals geleerd, onder andere weetjes over eetbare planten. Van een bepaalde plantensoort kun je het sap eten, nadat het sap uit de stengels van de plant gelopen is en is hard geworden in de zon. Ze plukt her en der wat stukjes hard geworden sap uit de planten het deelt het uit. Het smaakt naar toffee's. Een soort natuurlijke Werthers Echte.

Ormiston Gorge

Rond 12:30 komen we aan bij Glen Helen Gorge. De zon staat op dat moment op zijn hoogste punt, en dat is bijna loodrecht boven onze hoofden. De WestMacs liggen vlak onder de Steenbokskeerkring en het is inmiddels december dus de zon is al bijna hier. Over drie weken begint de zon weer aan zijn terugreis naar het noorden. Maar dit blijf ik fascinerend vinden. Over vijf dagen ben ik weer in Nederland om Sinterklaasavond mee te vieren, en nu ben ik nog hier in de Australische woestijn met 40 graden boven nul en een zon die zĂł hoog staat dat je bijna geen schaduwen ziet.

Bij Glen Helen Gorge hebben we een uurtje de tijd op eigen gelegenheid wat rond te neuzen voordat we gaan lunchen op het gelijknamige resort. De rest van de groep vindt het te warm en blijft liever op het resort in de schaduw zitten. Dus ik ben helemaal in mijn eentje als ik bij de kloof van Glen Helen ben. Bijzonder om helemaal alleen op zo'n mooie plek te zijn. Dat zou in de drukke periode in de Australische winter vast niet gelukt zijn.

Glen Helen Gorge

Daarna op de campground van Glen Helen Resort aanschuiven bij een lunch die door een medewerker is klaargemaakt. De pasta-salade is heerlijk, maar er is veel te veel gemaakt. Het kan niet worden bewaard, en meenemen in de bus kan ook niet. Dus er moet een flinke berg eten worden weggegooid. Het bejaarde Israëlische echtpaar, dat de Tweede Wereldoorlog bewust heeft meegemaakt, heeft daar – begrijpelijk – grote moeite mee.

Vanuit Glen Helen beginnen we weer aan de terugreis naar Alice Springs. Onderweg maken we nog een lange tussenstop bij, wat mij betreft, de mooiste kloof die we vandaag bezoeken: Ellery Creek Big Hole. Er is tijd genoeg om een duik in het verfrissende water te nemen. Dit is echt Ă©Ă©n van de mooiste plekken waar ik ooit gezwommen heb!

Ellery Creek Big Hole

Aan het eind van de middag ben ik weer terug in mijn hotel in Alice Springs. Gaar van de vijf mooie maar lange dagen, heb ik niet meer de puf om nog de stad in te gaan om te gaan eten. Maar dat geeft niet, want in het hotel zit een prima Thais-Indisch restaurant.

Na ruim zes weken helemaal alleen te hebben gereisd, is het erg leuk om in de laatste week samen met een groep mensen een trip te maken. In de eerste dagen van de tour trek ik het meeste op met Solveig, Gerhard, Daniel en Steffie. Zij doen echter alleen een driedaagse versie van de tour. Maar op de vierde dag heb ik de grootste lol met Cindy en haar ouders. Wat blijkt is dat zij, na de trip rond Alice Springs, dezelfde vlucht als ik terug hebben naar Melbourne. Dus ook op de vliegvelden en in downtown Melbourne ben ik nog samen met Cindy en haar ouders. Even lijkt het erop dat we in Melbourne ook nog eens in hetzelfde hotel zitten, maar er blijken in het centrum van de stad twee IBIS-hotels te zijn. Zij gaan naar de ene, ik naar de andere.

En dan is de lange reis in Australië bijna voorbij. Nog twee dagen in Melbourne heb ik in het vooruitzicht, voordat de reis helemaal voorbij is, maar daarover meer in mijn volgende verhaal.

Tot slot:

Het bekijken waard: Een fragment uit de BBC-documentaireserie “Tropic Of Capricorn” waarin de Aboriginal-elder Vince, die ons rondleidde bij Uluru, vertelt over de slechte situatie waarin de Aborigials rond Alice Springs leven:
Deel 1 (vanaf 8:18) en Deel 2




Reacties

Reacties

Ko

Dat is waar, we hadden nog wat tegoed. Weer een mooi en boeiend verhaal met mooie foto's. We zien uit naar de "Epiloog".

oma

Ik heb alles gelezen,en mooie foto's gezien.

Elly Vonk

Inderdaad een indrukwekkende excursie die je naar Alice Springs hebt gemaakt. Echt iets om nooit te vergeten.Mooi om gezien te hebben.

Har

Yo Fr@.

Weer een mooi verhaal en mooie foto's!! (zelfs bijna 2 jaar na dato ;))

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!