fredinaustralie.reismee.nl

Brisbane en Minjeribbah (North Stradbroke Island)

Datum: 3 november 2015
Plaats: Minjeribbah (North Stradbroke Island)
Het weer: blauwe lucht en volop zon, 31 graden
Totaal gevlogen: 19.150 km
Totaal gereden: 2.838 km
Totaal aantal keren de ruitenwisser aangezet in plaats van de richtingaanwijzer: 21

Daar ben ik weer, met een update van de dagen in Brisbane en op North Stradbroke Island

Op vrijdagavond ben ik in Brisbane aangekomen. En zaterdag hou ik een relax-dagje. Beetje uitslapen, de was doen, de boodschappen doen. Aan het eind van de middag rij ik naar Mount Coot-Tha, een heuvel van waar je een mooi uitzicht over de stad hebt. Het is een populair uitje, want veel families en vriendengroepen wachten picknickend en bier drinkend op de ondergaande zon. Tegen half zeven gaat de zon onder en gaan in de stad de lichtjes aan. Een mooi plaatje.

De volgende ochtend pak ik de stadsbus naar het centrum van Brisbane. Een ritje van een minuut of 10. Vooraf kreeg ik op de receptie van de camping al de tip om daarna meteen de rivier op te gaan. Wat blijkt is dat Brisbane prima openbaar vervoer heeft. Een deel van het openbaar vervoer gaat over de Brisbane-River met CityCats, snelle veerboten die stroomopwaarts en stroomafwaarts varen en links en rechts aan de oever stoppen. En omdat een kaartje voor het openbaar vervoer 2 uur geldig is, kun je dus inderdaad meteen na aankomst in het centrum op een CityCat stappen voor een tochtje heen en terug over de rivier.

En wat dan meteen opvalt is dat Brisbane een moderne stad is met goede infrastructuur. Er loopt een snelweg op viaducten langs de noordelijke oever van de rivier. Daaronder loopt en fiets- en voetpad, ook deels op palen boven de rivier. Je kunt je afvragen of dit nou zo'n mooie oplossing is, om een hele rivieroever te voorzien van een snelweg op palen, het ziet er door de wirwar van op- en afritten wel imposant uit. Vanaf de rivier zijn de hoge kantoortorens en woontorens goed te zien. Daartussen staan soms wat oude gebouwen, zoals het oude douanekantoor en het kantoor van het ministerie van financiën van de staat Queensland. En natuurlijk gaat de boottocht ook onder de, in 1940 gebouwde, Story Bridge door.

Na het tochtje over de rivier ga ik het centrum in. Een mix van oud en nieuw. Glimmende wolkenkrabbers tussen oude kerken en winkeltjes. Vooral de “Brisbane Arcade”, een winkelpassage uit 1923 met een Art Deco interieur, ziet er mooi uit. In het gemeentehuis van de stad is het Brisbane Museum gevestigd. Een museum over de historie van de stad, aangevuld met moderne kunst (en schilderijen die ik nog wel kan waarderen ook). Via de oudste handbediende kooi-lift van Australië stijg je naar 75 meter hoogte voor een uitzicht over het centrum. Onderweg naar boven kom je langs de klokken van de toren. De lift zelf is ook mooi versierd, met tierlantijntjes uit de Art Deco tijd.

Bestaat de noordelijke oever van de rivier nog uit een snelweg, op de zuidelijke oever vind je de Southbank Parklands. Een uitgestrekt park met het reuzenrad (de Brisbane Wheel), een kilometer lang voetpad onder bogen die begroeid zijn met bougainvilles, musea, theaters, de bibliotheek en een grote lagune (net als in Cairns) met zandstrand.

Ik ben nu al ruim twee weken in Australië en wat me opvalt is dat veel Australiërs tatoeages hebben. Maar vaak zijn het de meest lelijke tattoo's op de meest lelijke plekken. In Brisbane ben ik voor het eerst echt geshockeerd, als ik een gozer zie met het logo van de SS in zijn nek getatoeëerd. Heil Hitler, HH. De achtste letter van het alfabet. Zijn IQ zal waarschijnlijk ook niet veel hoger dan 88 zijn....

Iets anders wat me opvalt is dat de Australiërs netjes en milieubewust zijn. Je ziet er zelden zwerfvuil op de stoep of troep in de bermen van de weg. Zelfs niet langs de uitgestorven stukken weg in de outback (op enkele achtergelaten autowrakken na dan). En afval wordt zoveel mogelijk gescheiden ingezameld. Maar wat dan weer heel gek is, is dat in supermarkten de boodschappen in kleine plastic tasjes worden gedaan. Twee, drie, vier artikelen. Meer worden er door de kassamedewerker niet in een tasje gestopt. Dus als je een redelijk gevulde boodschappenkar hebt, loop je zo met tien plastic tasjes de winkel uit. Ze doen prima dienst als afvalzakken, maar op een gegeven moment had ik er al zoveel, dat ik een paar keer aan een kassamedewerker heb gevraagd om de spullen maar weer gewoon los in mijn winkelkarretje te leggen. Ik stop het toch meteen in de koelkast en andere kastjes als ik bij mijn busje ben.

Nog een voorbeeld: overal word je aangemoedigd om zuinig te zijn met water. Logisch, water kan hier schaars zijn. Maar op sommige campings zijn de wasbakken, waarin je de afwas kan doen, dan weer zo groot dat Pieter van den Hoogenband een halve minuut nodig zou hebben om de overkant ervan te bereiken.

Maar zoals ik al zei zijn de Australiërs wel heel netjes. Ze gedragen zich keurig in het verkeer. Je krijgt netjes de ruimte om in te voegen of in te parkeren. Op een leeg of bijna leeg parkeerterrein loop ik, lompe Hollander als ik ben, gewoon schuin over het parkeerterrein de kortste route naar waar ik zijn moet. De Australiërs zijn zo netjes dat ze zelfs dan keurig de looproutes volgen en de oversteekpaden gebruiken.

Vanuit Brisbane rij ik, via tussenstops bij een supermarkt en een tankstation, naar de plaats Cleveland waar ik de veerboot naar North Stradbroke Island neem. Via internet heb ik de overtocht van twaalf uur geboekt en vertrek bijtijds, om genoeg marge te hebben voor als het druk is op de weg. Het is immers maandagochtend. Maar de rit gaat vlotter dan ik dacht en om elf uur ben ik al bij de terminal. De boot van elf uur is wat te laat en ik kan nog mee. Da's aardig.

Veel toeristen die de omgeving van Brisbane bezoeken, gaan naar Fraser Island, het grootste zandeiland ter wereld. Fraser Island is echter alleen bereikbaar met een 4WD-auto omdat er alleen maar zandwegen zijn. Om daar naartoe te gaan, zou ik een meerdaagse toer met een 4WD-auto hebben moeten boeken, terwijl ook al betaal voor mijn campertje. Omdat ik toch een beetje op de kosten moet letten, heb ik ervoor gekozen om niet naar Fraser Island te gaan. North Stradbroke Island (kortweg Straddie en bij de aboriginals bekend als Minjeribbah) is ook een zandeiland en wordt gezien als het kleinere zusje van Fraser Island. En op North Stradbroke Island zijn wel asfaltwegen, dus hier kan ik wel met mijn busje komen.

North Stradbroke Island voelt een beetje als Terschelling in de Subtropen. Na aankomst op het eiland rij ik meteen door naar Brown Lake. Een zoetwatermeer midden op het eiland. Door het organisch materiaal van de bomen rondom het meer is het water bruin gekleurd, maar wel helder. Je kan er heerlijk zwemmen. Daarna ben ik doorgereden naar Blue Lake, maar dat valt eigenlijk een beetje tegen. Als je bij Brown Lake een bruin meer gezien hebt, verwacht je bij Blue Lake een helderblauw meer te zien. Dat blijkt niet het geval. Het is gewoon een meer in de duinen, die je in de duinen van Noord-Holland ook tegenkomt. Daarbij word ik bij Blue Lake, voor het eerst sinds ik in Australië ben, lastig gevallen door mijn grootste natuurlijke vijanden: steekvliegen. Gelukkig houden ze niet van 50% DEET. Gauw ga ik terug naar mijn bus, en rij naar de camping aan het strand bij Point Lookout, een dorpje op de noordoostelijke hoek van het eiland.

North Stradbroke Island is niet helemaal een zandeiland. Bij Point Lookout bestaat het eiland vooral uit hoge rotsen. De golven hebben er kloven in de rotsen geslagen. De grootste kloven zijn North Gorge en South Gorge. South Gorge is een brede kloof met een groot strand en een zee waar je jongens en meisjes van een jaar of 10 surfend op de golven voorbij ziet komen.

North Gorge is een stuk smaller. Het is eigenlijk niet toegankelijk maar ook hier kun je, als je goed op je tellen past, in de kloof zwemmen. Dus inderdaad gezwommen: het gaafste golfslagbad waarin ik ooit geweest ben. Ik ben er niet alleen, er zijn nog wat andere mensen. Eén kerel is in zijn nakie aan het zwemmen. Dat leidt uiteraard tot grote consternatie bij een groep Japanse toeristen die boven de kloof op een uitzichtpunt staat. Hilarisch! En als je op de vele uitzichtpunten boven de kloven staat, valt er in zee nog veel meer te zien: zeeschildpadden, manta-roggen en dolfijnen. Geweldig om deze dieren gewoon voorbij te zien zwemmen. Echt, bijna elke dag dat ik in Australië ben, verbaas ik me om de vele dieren die hier gewoon in het wild te zien zijn. Dit is weer zo'n dag!

Na twee dagen op Straddie is het tijd om weer terug te gaan naar het vaste land. De bestemming is Springbrook National Park.

Reacties

Reacties

elly vonk

Ook weer heel mooi Fred, je blijft ervan genieten

Pa en ma

Blauwe lucht, volop zon, 31 graden en ... een prachtige blauwe zee. Wat heerlijk om daar te zijn.
Het was weer een mooi verhaal met evenzo mooie foto's.
Fijn reis verder.

Frank

Hey Fred, ik had net eindelijk even een uurtje tijd om je verhalen en foto's eens uitgebreid te bekijken! Wauw wat een reis, wat een avonturen, verhalen en gave foto's. Je kunt al weer bijna een nieuwe site met amateur geologie maken zoals lang geleden na alle veldwerken! Tof om een beetje mee te lezen! Have fun daar! Doeoeoeoeg!

Steven

Fred!
Geweldige verhalen om te lezen en te kijken. Je schrijft erg leuk. Een mooi dagboek op deze manier. Veel plezier nog!

josien

je rijdt wat af, zo een andere klimaats- en tijdszone is. het is wecht mooi daar! veel plezier verder.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!